Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

GRATIS toegang
voor professionals:
nog dagen
Registreer HIER!
sluiten X

Biobased isoleren: waarom wachten als het nú kan?

Met Marjet Rutten van Building Balance


Houtbouw wordt steeds gewoner in Nederland, maar bouwen met andere biobased (isolatie)materialen lijkt nog lang niet mainstream. Toch gebeurt er al meer dan we vaak denken. “Neem het biobased isolatiemateriaal Isovlas, dit product is al in tienduizenden woningen toegepast en toch wordt biobased isolatie nog gezien als iets experimenteels,” vangt Marjet Rutten van Building Balance aan. “Maar de bekendheid met biobased toepassingen is nog te laag en ander materialen vragen ook andere kennis en vaardigheden. Dat moet anders en daar werken wij met Building Balance aan.”

Versneller van biobased bouwen
Building Balance is het landelijke opschalingsprogramma voor biobased bouwen en renoveren. De organisatie wordt betaald door de overheid en werkt samen met de hele keten om biobased materialen breed toegepast te krijgen. “Wij zorgen ervoor dat de markt de voordelen kent -CO₂-opslag, een gezonder binnenklimaat, minder afval en nieuwe verdienmodellen voor de landbouw- en nemen onnodige drempels weg,” legt Rutten uit. “Als er ergens een probleem zit -bijvoorbeeld een ontbrekende certificering- dan pakken wij dat op en regelen we het structureel zodat iedereen het kan gebruiken.”

De grootste struikelblokken: kosten, kennis en rekensystemen
Een belangrijke uitdaging bij biobased isoleren in de bestaande bouw is dat lokale gewassen als isolatiemateriaal vaak duurder zijn dan traditionele, milieuvervuilende alternatieven. Dit komt doordat Nederland geen systeem voor true pricing heeft: de werkelijke milieu-impact van een product wordt niet volledig doorberekend in de prijs. Glaswol of PUR lijkt daardoor goedkoper, terwijl de schade aan milieu en gezondheid buiten beschouwing blijft. Daarnaast speelt onzekerheid over de toepassing een grote rol. “Veel oude huizen zijn volledig gebouwd met biobased materialen,” zegt Rutten. “Het is dus niet zo dat deze materialen zich niet hebben bewezen. Alleen weten de bouwers van nu vaak niet meer hoe je ze goed toepast. Met andere woorden: je moet het wíllen leren. En we weten allemaal dat als je iets voor het eerst doet, het veel tijd kost en vaker misgaat dan wanneer je iets al honderd keer hebt gedaan. Die risico’s en extra tijd worden afgeprijsd. Bovendien is de industrie nog niet helemaal volwassen ook dat zorgt voor (tijdelijk) hogere prijzen.” Een ander struikelblok is de manier waarop biobased materialen worden beoordeeld in milieusystemen. “Als je puur naar de rekensommen kijkt, komen biobased materialen er niet altijd beter uit.. In de praktijk betekent dit dat traditionele materialen soms gunstiger scoren, ook al hebben ze een hogere milieubelasting.”

Hiaten in de MKI
Wil biobased isolatie echt doorbreken, dan moeten opdrachtgevers expliciet vragen om duurzamere oplossingen. “Biobased is geen doel op zich,” benadrukt Rutten. “Het gaat natuurlijk om CO₂-reductie, minder afval en een gezonder binnenklimaat. Maar als je wilt dat het echt wordt toegepast, dan moeten corporaties voorlopig toch sturen op een minimumpercentage biobased in hun projecten.” Rutten legt uit dat de Milieukostenindicator, het instrument dat alle milieueffecten samenvat in één score, namelijk nog niet in het voordeel van biobased werkt. Dat heeft een aantal oorzaken:

  1. Strafpunten in de Nationale Milieudatabase (NMD)
    Biobased materialen hebben vaak geen categorie 1-status in de NMD, waardoor er een milieustraf van 30% op hun berekeningen wordt gezet.
  2. CO₂-opslag wordt niet meegerekend
    Biobased materialen slaan CO₂ op, maar in de huidige berekeningen (GWPA) telt dat niet mee. “Dat is niet wenselijk,” stelt Rutten. “We willen circulair en CO₂-neutraal bouwen, maar het enige materiaal dat CO₂ vastlegt, wordt niet erkend in de rekensystematiek.” Dit betekent dat traditionele, meer vervuilende materialen vaak beter scoren op papier, terwijl ze in werkelijkheid een grotere milieubelasting hebben.
  3. Ongunstige berekeningen voor einde levensduur
    Bij biobased materialen wordt ervan uitgegaan dat ze aan het einde van hun levensduur worden verbrand, terwijl traditionele bouwmaterialen worden beoordeeld op theoretisch hergebruik.
  4. Transportafstanden drukken de milieuscore
    Veel biobased isolatiematerialen worden nog niet op grote schaal in Nederland geproduceerd. Hennep, een uitstekend isolatiemateriaal, wordt bijvoorbeeld vaak in Duitsland verwerkt. “Daardoor wordt de CO₂-uitstoot van transport meegerekend, terwijl we dit op termijn lokaal kunnen oplossen. Maar je moet eerst opschalen om dat mogelijk te maken.”
  5. Meer volume per vierkante meter
    Biobased isolatie vereist een grotere massa om dezelfde isolatiewaarde te halen als traditionele materialen zoals PUR. “Dat betekent meer transport, meer opslag en een andere manier van bouwen. Maar daar staan ook voordelen tegenover: een gezonder binnenklimaat, langer buiten houden van warmte en een betere akoestiek. Helaas worden die voordelen in de standaardberekeningen nog niet meegenomen.”
  6. Traditionele industrie profiteert van free of burden
    Secundaire grondstoffen uit de traditionele industrie, zoals gerecycled glaswol, worden in milieuberekeningen als impactloos beschouwd. “Dat betekent dat de milieu-impact op nul wordt gezet, terwijl er in de praktijk natuurlijk wel ergens ooit uitstoot is geweest.”

Tijd om door te pakken
Volgens Rutten is er geen reden om te wachten met biobased isoleren. “We weten dat het kan. De materialen zijn er. En we weten ook dat we hier naartoe moeten. Maar we zitten in een overgangsfase en dat betekent dat we moeten accepteren dat er soms hobbels zijn.” Building Balance helpt partijen om de stap te zetten. “Voor bedrijven die nog twijfelen: begin klein. Neem bijvoorbeeld biobased na-isolatie voor hellende daken. Daar zijn prima bewezen producten voor, zonder risico’s. Kijk vooral ook naar de voorlopers in de sector. Als je nu nog helemaal niets doet met biobased, ben je over een paar jaar simpelweg niet toekomstbestendig. Het moment om te schakelen is nu. Biobased isoleren kán en met de juiste keuzes wordt het niet de uitzondering, maar de norm.”

Ga terug