Duurzame puzzel is meer dan goed scorende bouwmaterialen
Uitspraken als ‘wij zijn het meest duurzame bouwmateriaal’ passen volgens Olga van der Velde, adviseur duurzaam bouwen bij NIBE, niet bij de grote maatschappelijke opgave van een duurzame en circulaire wereld. “Alle duurzame initiatieven zijn onderdeel van de duurzaam bouwen puzzel.”
NIBE rekent aan alle bouwmaterialen en heeft geen voorkeur voor biobased, hergebruik of materialen met een laag energieverbruik. Olga van der Velde: “We streven naar een volledig duurzame bouwsector, die ons leefmilieu niet verontreinigt, grondstofvoorraden niet uitput en planeetneutraal opereert. Als onafhankelijk, toonaangevend, maatschappelijk betrokken adviesbureau ondersteunen wij al ruim 30 jaar opdrachtgevers in de B&U en GWW sector op het gebied van duurzaam en circulair bouwen. Onder andere met betrouwbare en transparante informatie over de milieu-impact van bestaande, herbruikbare en innovatieve (biobased) grondstoffen, bouwmaterialen, producten en constructies.”
Ze ziet dat de bouw - mede dankzij kennis en adviezen - grote stappen heeft gezet en nog steeds zet qua verduurzaming en nu ook in circulariteit. “We gaan alle initiatieven nodig hebben om de duurzaamheidstransitie te maken. We merken wel dat producenten van sommige bouwmaterialen ‘wakker zijn geworden’ nu houtbouw zo in de belangstelling staat. Hout komt aardig goed uit alle milieuberekeningen ten opzichte van traditionele materialen, en als je zaken als CO2 opname, minder afval en gezond binnenmilieu mee gaat rekenen, dan wordt hout nog aantrekkelijker. Echter, het is goed om te constateren dat traditionele materialen ook niet stil zitten. Kijk bijvoorbeeld naar een materiaal als beton dat met CO2-arme bindmiddelen en hergebruik van secundaire grondstoffen extra stevig aan de weg timmert of dat staalbouw meer en meer onderdeel wordt van modulaire bouwcomponenten die makkelijk kunnen worden hergebruikt.”
In sommige specifieke toepassingen waarbij bouwmaterialen bijvoorbeeld uitzonderlijk zwaar belast worden, kunnen traditionele bouwmaterialen niet worden vervangen door biobased alternatieven. Maar ook voor deze bouwmaterialen geldt dat de sector kijkt hoe de CO2-uitstoot van deze materialen te verlagen valt. “Al deze duurzame initiatieven tezamen vormen uiteindelijk de puzzel om de milieu-impact van de bouwsector te minimaliseren.”
NIBE kan via advieswerk partijen helpen. Van der Velde legt uit: “Als onafhankelijk adviesbureau berekenen wij de milieu-impact van producten. Dat biedt houvast om duurzame keuzes te maken. We krijgen regelmatig van producenten de vraag of wij bij de milieutechnische optimalisatie van een product kunnen ondersteunen. Hiervoor brengen wij in eerste instantie de milieueffecten van een product met behulp van een LCA aanpak in beeld. Daarmee ontstaat een beeld van de kwantitatieve milieueffecten van een product in de verschillende levensfasen: grondstofwinning, productie, gebruik, sloop en hergebruik. We kunnen ook de milieueffecten van concurrerende producten inzichtelijk maken om een eventuele vergelijking mogelijk te maken. Vervolgens wordt met de producent overlegd hoe zijn product milieutechnisch geoptimaliseerd kan worden en wat de consequenties van deze verbeterslag zijn. Producten die een zeer lage milieubelasting kennen, kunnen in aanmerking komen voor DUBOkeur®, een classificatie op basis van schaduwkosten die NIBE hanteert om aan te tonen dat een product tot de meest milieuvriendelijke keuze in zijn toepassing behoort.”
De adviseur duurzaam bouwen laat er meteen een kanttekening op volgen: “Getallen zijn een zeer waardevol hulpmiddel, maar ze zijn niet heilig. Er zijn een heleboel aspecten die je in de milieubelasting extra kunt meerekenen. Door dit voortschrijdend inzicht worden de rekenmodellen daarom voortdurend verfijnd en uitgebreid.” De methode van objectieve cijfers vormt een goede basis om de bouw verder ter verduurzamen. “Door te kijken naar Total Cost of Ownership worden alle (maatschappelijke) kosten van de gehele levensduur meegenomen in de prijsbeoordeling van een product in plaats van alleen te focussen op de meest gunstige aanschafprijs.”
NIBE krijgt momenteel veel vragen over hout en biobased, mede na de televisieuitzending van Tegenlicht over houtbouw. “Hout en biobased bouwmaterialen staan echt in the picture. We hebben als NIBE bijvoorbeeld in opdracht van RVO een onderzoek gedaan naar de potentie van biobased bouwmaterialen. Hoeveel milieubelasting kan dat schelen en waarom passen wij ze nu al niet in grote hoeveelheid toe? De bouwsector weet hoe ze in beton, baksteen en staal moet bouwen, maar nog niet hoe ze een woning in stro moet bouwen. Het is belangrijk dat die kennis zich snel verspreidt. Gelukkig zie je aan de vragen die bij ons binnenkomen, dat de bouwsector z’n blik verbreedt. We krijgen als NIBE zoveel vragen, dat wij de laatste tijd heel veel medewerkers hebben aangenomen en naar een groter pand zijn verhuisd.
Olga van der Velde besluit: “De invoering vanuit de overheid van de MPG-berekening en het sturen door (publieke) opdrachtgevers op MKI hebben een positief effect op duurzaam bouwen. Hout en biobased materialen zetten de verhouding op scherp. Het handhaven en aanscherpen van de verplichte grenswaarden zorgt ervoor dat leveranciers ook de noodzaak erkennen om hun producten te verduurzamen.”
In het inhoudelijke programma van HOUTBOUW is volop aandacht voor meetmethodes en de rol van hout en biobased materialen.
Informatie: www.nibe.org