MRA gaat voor hout
Vanaf 2015 is 20% van de woningproductie in de Metropoolregio Amsterdam van hout en andere biobased materialen, zo vertelt het Green Deal Convenant Houtbouw waar de gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam, de provincies Noord-Holland en Flevoland, de rijksoverheid, ontwikkelaars, institutionele beleggers, woningcorporaties en bouwers, alsmede kennisinstellingen en andere betrokken partijen hun handtekening onder hebben gezet. Door deze inzet kunnen woningen sneller en duurzamer worden gebouwd en kan de regio jaarlijks rekenen op een reductie van zo’n 22.000 ton CO2-uitstoot en een aanzienlijke vermindering van de uitstoot van stikstof.
Het Green Deal Convenant Houtbouw is het resultaat van een intensieve triple helix-samenwerking waarin overheden, kennisinstellingen en marktpartijen een flinke lijst afspraken hebben gemaakt. De organisatie hanteert vijf actielijnen: locaties, businesscase, wet- en regelgeving, kennisopbouw en -deling en communicatie. We praten erover met Bob van der Zande, Director Build-in-Wood Metropolitan Region Amsterdam en Imme Groet, Circular construction and projectmanager at C-creators, respectievelijk Programmaleider en Secretaris van het Programmateam Houtbouw MRA.
Definitie
Ieder afzonderlijk woongebouw voldoet aan de gewenste criteria en telt daarmee mee voor het cumulatieve percentage van 20% houtbouw in de hele MRA indien het volume van de draagconstructie (excl. fundering):
- voor grondgebonden woningen minimaal 80% van het volume biobased is
- voor gestapelde woningbouw onder 10 lagen minimaal 65% biobased is
- voor gestapelde woningbouw vanaf 10 lagen minimaal 50% biobased is
Het hout voor de draagconstructie komt bij voorkeur uit Europa, het gebouw is in Europa geassembleerd (maar bij voorkeur in Nederland) en is voor minimaal een 70% FSC-mix en/of 70% PEFC -gecertificeerd. Hierbij wordt door betrokken partijen nauwkeurig gemonitord of de beloftes op basis van certificering afwijken. Indien een significante afwijking zich voordoet, nemen de trekkers van het convenant het initiatief om tot een betere kwaliteitsafspraak te komen.
Locaties
“Het aanwijzen van locaties voor de realisatie van houtbouw in MRA is een van de hoofdzaken van het convenant”, vangt Imme aan. “Hiermee kunnen we aan de ene kant waarborgen dat locaties daadwerkelijk beschikbaar worden gesteld en aan de andere kant toetsen of we het gewenste percentage van 20% behalen. De geschiktheid van gebieden speelt hierin een rol. Het klopt dat houtbouw in principe overal toepasbaar is, maar sommige gebieden zijn extra geschikt. Denk aan de Natura 2000 gebieden of gebieden waar stikstofgevoeligheid heerst.” Bob: “Toepasbaarheid speelt ook een rol. Houtbouw is een verzamelterm voor allerlei toepassingen, maar in het ene gebied is toepassing a beter geschikt dan toepassing b, denk bijvoorbeeld aan verschillende woontypologieën. We kijken dus naar oplossingen per locatie. Hoewel het actieplan nog maar net in werking is, maken we toch al flinke stappen. In Purmerend bijvoorbeeld, waar gebiedsontwikkelaar BPD samen met de gemeente én Staatsbosbeheer een unieke samenwerking aangaat die onder meer draait om de realisatie van vijfduizend woningen in houtbouw.”
Businesscase
Imme: “Traditionele bouw is te vergelijken met een estafetteloop. Wanneer de keten ervoor kiest om niet continu het stokje over te geven, maar bouwen meer integraal aan te pakken, is het besparen van kosten een logisch gevolg. Hiermee wordt houtbouw -dat vaak nog als duurder wordt gekenmerkt- aantrekkelijker. Het onbekende karakter van houtbouw speelt ook een rol in de beeldvorming dat het duurder is. Aannemers hebben de neiging om de risicokant zwaarder in te schatten en beleggers nemen in hun exploitatiebegroting een extra reservering op. Wij willen ze zover krijgen dat ze anders -realistischer- gaan rekenen.”
“Met hout kun je oneindig variëren,” vult Bob aan. “Ook in modulaire bouw. En hoewel ook de betonindustrie steeds meer inzet op prefab, blijft houtbouw significante voordelen hebben. Denk aan het lichte gewicht, het minimaal aantal transportbewegingen en de verwerkingsmogelijkheden. Overigens is het goed om te melden dat we geen polarisatie teweeg willen brengen. We gaan ervan uit dat we nog heel lang hybride zullen bouwen. Hout waar het kan, beton waar het moet.”
Wet- en regelgeving
In het Actieplan staat: Wet- en regelgeving staat toepassingen van houtbouw momenteel nog deels in de weg. Via het Actieplan Houtbouw MRA zal aanpassing van nationale wet- en regelgeving geagendeerd blijven worden (MPG/BENG/Bouwbesluit). Daarnaast wordt gekeken naar mogelijkheden voor financiële en beleidsmiddelen om toepassingen van houtbouw te stimuleren. Op lokaal niveau is helderheid nodig over wat er aangepast moet worden. Bob: “We agenderen wetgeving en proberen daar uiteraard ook via lobby onze invloed uit te oefenen. Daarnaast maken we met een juridische landkaart duidelijk waar voorlopers in houtbouw op nationaal, provinciaal en lokaal niveau tegenaan lopen en waar stimulerende regelgeving en financieringsmogelijkheden hun werk doen. Houtbouw vraagt soms vergeleken met traditionele bouw om een grotere dimensionering waardoor deze optie soms niet meer in het bestemmingsplan past. Wij maken ons hard voor meer flexibiliteit in bestemmingsplannen. En dat doen we ook voor stimuleringsregelingen. Houtbouw wordt door veel partijen nog steeds als duur gezien en wordt daarom vaak nog ingehaald door betonbouw. Als Tesla en windmolens kunnen rekenen op een duwtje in de rug, waarom houtbouw dan niet?”
Kennisopbouw en -deling
“De convenantpartijen werken vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en positie mee aan onze gezamenlijke Kennisagenda MRA-Houtbouw”, aldus Imme. “Hiermee zorgen we allemaal voor het actief ontwikkelen en kennisdelen rond alle aspecten van houtbouw. Dit kan gaan over regelgeving, maar ook over praktische kenmerken zoals projectlering. Hierbij kunnen partijen via een kruisbestuiving van elkaar leren door projecten door te lichten. Daarnaast is de inzet om per organisatiegroep van elkaar te leren. Gemeente Amsterdam kan tegen zaken aanlopen die in Monnikendam al zijn opgelost. De kennisagenda is er om te voorkomen dat we het wiel op meerdere plekken gaan uitvinden.”
Communicatiestrategie
“We scharen alle denkbare professionals in de bouw tot onze doelgroep. Van Hugo de Jonge tot de mensen op de bouwplaats. En ook het grote publiek vertellen we graag over de ontwikkelingen in en de voordelen van houtbouw. Daarom praten we met corporaties, beleggers en gemeenten over alle aspecten van projectcommunicatie. Daarnaast spreken we op beurzen en conferenties, praten we met de media en onderzoeken we de mogelijkheden voor een onafhankelijk community platform over houtbouw om zo interactief met onze doelgroepen bezig te zijn. Daarbij kijken we verder van de MRA, want samenwerkingen -waaronder die met de Gideonsbende- zijn essentieel om het échte verhaal van houtbouw te verspreiden.”
MRA weet dat houtbouw en biobased bouwen een belangrijke rol kunnen spelen in de verduurzaming van de bouwsector. De ambitie om houtbouw in krap vier jaar tijd te vertienvoudigen is bewonderenswaardig. We houden u op de hoogte!