Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

GRATIS toegang
voor professionals:
nog dagen
Registreer HIER!
sluiten X

Rabobank wil meer met minder: bouwen binnen het CO2-budget


Een nieuw jaar start vaak met goede voornemens, meestal geformuleerd in termen van meer en minder. Wat Rabobank betreft is het goede voornemen voor de bouw voor 2023 -en de daaropvolgende jaren- meer bouwen met minder. Meer productie en meer woningen, maar dan wel met minder emissies en minder materiaalverspilling, met als gevolg een lagere CO2-footprint. Om dit te bereiken moeten we leren bouwen binnen het beschikbare CO2-budget.

Wat is het CO2-budget?

In 2030 wil Nederland 900.000 nieuwe huizen hebben gebouwd en moet onze CO2-uitstoot 55% minder zijn dan nu. Ook zijn vanuit het Rijksbrede programma Nederland Circulair doelen geformuleerd over het zuiniger en slimmer omgaan met grondstoffen, zodat we in 2050 een volledig circulaire economie hebben. Bovendien is in het klimaatakkoord van Parijs vastgelegd dat de opwarming van de aarde tot 2050 beperkt moet blijven tot 1,5 of maximaal 2 graden Celsius. De gestelde doelen halen we alleen als we de gemiddelde uitstoot van de woningbouw omlaag weten te brengen. Uit onderzoek van Duurzaam Gebouwd blijkt dat bij de bouw van de gemiddelde nieuwbouwwoning 330 kilo CO2 per vierkante meter wordt uitgestoten door de productie van bouwmaterialen (inclusief winning van grondstoffen), activiteiten op de bouwplaats en transport van bouwmaterialen. Om de klimaatdoelstellingen tot 2030 te halen is berekend dat de uitstoot moet afnemen tot ongeveer 200 kilo per vierkante meter woning. Dit is dus het becijferde CO2-budget voor materiaalgebruik (= de productie van bouwmaterialen en bouwactiviteiten) per vierkante meter nieuwbouwwoning. Conclusie: Als we woningen willen blijven bouwen én de klimaatdoelstellingen willen halen, moeten we de emissie van woningbouw verkleinen.

Het CO2-budget staat ook op de beleidsagenda

Er zijn verschillende manieren om binnen het CO2-budget te blijven. Als we de optie om helemaal niet te bouwen, waardoor dus geen emissies plaatsvinden, even buiten beschouwing laten, zijn de belangrijkste manieren

  1. circulair bouwen (te onderscheiden in biobased bouwen en hergebruik van bouwmaterialen) en
  2. prefab woningen en gebouwen.

Voordat we deze mogelijkheden één voor één bespreken is het goed om te wijzen op de Beleidsagenda normeren en stimuleren circulair bouwen die minister Hugo de Jonge op 23 december jl. naar de Tweede Kamer stuurde. Hoewel daarin de term CO2-budget niet genoemd wordt, gaat de beleidsagenda in feite over precies hetzelfde. Het doel van de beleidsagenda is om de milieuprestatie van gebouwen te verbeteren langs drie lijnen:

  • Het gebruik van hernieuwbare (biobased) materialen en het verminderen van het gebruik van primaire grondstoffen;
  • Het hergebruiken van bouwmaterialen;
  • Het verminderen van de milieubelasting bij de productie van bouwmaterialen.

Concreet betekent het dat er nieuwe regels in de maak zijn. De milieuprestatie-eis voor nieuwe gebouwen (MPG) wordt aangescherpt, er komt een normering voor de CO2-emissie van materiaalgebruik in gebouwen én biobased bouwen wordt gestimuleerd. Mogelijk in de vorm van subsidies. Dus: begin nu al met investeren in het omlaag brengen van je CO2-uitstoot bij de bouw van woningen en andere gebouwen. Alleen zo kunnen we de woningbouw- én de klimaatdoelen realiseren en voldoen aan de aankomende regelgeving.

Maak van biobased bouwen een prioriteit

Een belangrijke stap richting het verminderen van de CO2-emissie is het gebruik van biobased materialen. Van oudsher bouwen we in Nederland met lokaal aanwezige bouwgrondstoffen zoals zand, grind en klei. Deze materialen zijn doorgaans niet hernieuwbaar, dat wil zeggen dat ze niet teruggroeien zoals hout dat bijvoorbeeld wel doet. Ook gebruiken we in de bouw veel materialen die niet milieuvriendelijk zijn. Bij de productie van cement (ook als bestanddeel van beton) komt bijvoorbeeld veel CO2 vrij en voor de productie van bepaalde soorten isolatiemateriaal, kunststof kozijnen en PVC-leidingen is aardolie als grondstof nodig. Biobased materialen zijn gemaakt van natuurlijke grondstoffen die na het oogsten snel teruggroeien en daardoor dus hernieuwbaar zijn. Bovendien zijn natuurlijke materialen lichter dan bijvoorbeeld beton en staal, waardoor je minder zware machines nodig hebt voor de bewerking ervan. Dat betekent dat er meer mogelijkheden zijn om elektrisch materieel in te zetten, waarvoor geen diesel nodig is. Biobased materialen veroorzaken minder CO2-uitstoot, zeker als ook rekening wordt gehouden met de CO2 die bomen en planten tijdens hun groei opnemen, de zogenaamde biogene opslag. Momenteel telt de biogene opslag niet mee in de MPG-berekeningen. Er wordt daarbij aangenomen dat hout na 75 jaar wordt verbrand (en dus CO2-uitstoot), terwijl de aanname bij beton juist is dat dit kan worden hergebruikt. Deze aannames pakken ongunstig uit voor biobased materialen in vergelijking tot fossiele materialen. Als het aan minister de Jonge ligt wordt de biogene opslag van CO2 in bouwmaterialen straks wel meegenomen. Nu al wordt er gewerkt aan een standaardmethode om te berekenen hoeveel CO2 in biobased bouwmaterialen opgeslagen wordt. De minister komt voor 1 juli 2023 met voorstellen voor het normeren van CO2-emissies van materialen.

Willen we biobased materialen gebruiken, dan moeten ze er wel zijn. Omdat er nu nog onvoldoende biobased materialen zijn om de hele bouwopgave aan te kunnen, wil minister de Jonge de productie van deze materialen verhogen. Niet alleen moet dat meer biobased materiaal opleveren, het kan ook leiden tot kostenreductie (door schaalvergroting) en tot nieuwe verdienmodellen voor agrariërs, omdat zij kunnen overstappen van voedselproductie naar productie van bouwgrondstoffen. De overheid is onlangs gestart met het programma Building Balance, waarvan Rabobank partner is. Op dertien locaties worden verschillende biobased grondstoffen verbouwd en tot bouwmaterialen verwerkt. Doel is de land- en tuinbouwsector meer te verbinden met de bouwsector, te onderzoeken of er regionale productieketens te vormen zijn en te bekijken hoe de teelt en verwerking van de grondstoffen zo goed mogelijk plaats kan vinden.

Meer en vaker hergebruiken

Een andere manier om te bouwen binnen het CO2-budget is door bouwgrondstoffen en -materialen te hergebruiken. Dit voorkomt de winning van nieuwe primaire grondstoffen en de productie van nieuwe bouwmaterialen, waardoor ook de uitstoot van stikstof en CO2 voorkomen wordt. Idealiter worden materialen geoogst op of nabij de productielocatie en geproduceerd op of nabij de bouwplaats. De bestaande fundering van woningen of gebouwen kan worden hergebruikt en je hebt geen, of in ieder geval veel minder, transport en/of zwaar materieel nodig. De bestaande gebouwenvoorraad vormt een bijna onuitputtelijke voorraad aan bouwmaterialen. Wat we voorheen zagen als het slopen van iets ouds (wat werd uitgevoerd door sloopbedrijven), zien we in toenemende mate als het oogsten van iets nieuws (wat gebeurt door oogstbedrijven). Toch valt er in de wereld van hergebruik nog veel te winnen. Oogsten is nauwkeuriger dan slopen en vraagt daarom meer tijd. Te oogsten onderdelen of grondstoffen moeten apart worden gesorteerd en afgevoerd, wat vraagt om meer of langduriger inzet van machines. Hierdoor is het effect op de CO2-uitstoot van het totale project maar klein.

Rabobank verwacht dat met verdere innovatie en opschaling de kosten voor oogsten/demonteren, transport en bewerken snel verlaagd kunnen worden. Als bij het ontwerp en tijdens de bouw van nieuwe gebouwen al rekening wordt gehouden met toekomstig hergebruik, zal in de toekomst hergebruik steeds makkelijker en goedkoper worden. Hetzelfde geldt voor het toenemend gebruik van een materialenpaspoort, waarin wordt vastgelegd welke materialen waar en hoe zijn toegepast.

De voordelen van prefab bouwen

Een derde manier om de CO2-uitstoot van de bouw te verkleinen is door prefab. In eerdere bouwupdates hebben we al stilgestaan bij de vele voordelen hiervan. Het bouwen van (onderdelen van) woningen en andere gebouwen in de fabriek heeft veel voordelen, waaronder kwaliteit en snelheid van productie. Ook kan prefab een uitkomst bieden om het tekort aan personeel in de bouw het hoofd te bieden. Ook als het gaat om het verminderen van de CO2-uitstoot tijdens de bouw biedt prefab veel voordelen. Het verkleint het aantal transportbewegingen naar de bouwplaats en vergemakkelijkt de inzet van elektrisch hijsmaterieel op de bouwplaats, omdat er minder zwaar werk hoeft te worden verricht. Bovendien levert prefab minder bouwafval en minder verspilling op. Dat heeft vooral te maken met faalkosten in de bouw. Bouw is en blijft mensenwerk. Bij traditionele bouwprojecten kunnen faalkosten dan ook oplopen tot wel 10% van de totale kosten. Doordat processen gedeeltelijk geautomatiseerd worden uitgevoerd en doordat er getest en verbeterd kan worden voordat tot productie wordt overgegaan, is productie in de fabriek minder foutgevoelig. Bovendien vindt de bouw in een geconditioneerde omgeving plaats. Niet in de buitenlucht onder wisselende weersomstandigheden, maar overdekt in een fabriek. Dit alles verkort de bouwtijd en het vermindert het aantal bouwfouten, faalkosten en afval. Als laatste zijn de mogelijkheden om woningen te herplaatsen en onderdelen te hergebruiken bij prefabwoningen, die vaak makkelijker te demonteren zijn, meestal groter dan bij traditionele woningbouw.

Samen met Rabobank bouwen binnen het CO2-budget? Bezoek de site voor meer informatie.

 

Auteur: Geert Dirkse, business Analist Bouw

 

Ga terug