Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

GRATIS toegang
voor professionals:
nog dagen
Registreer HIER!
sluiten X

Wet- en regelgeving geen belemmering voor biobased bouwen


Bouwers en ontwikkelaars zeggen vaak dat wet- en regelgeving belemmerend werkt als ze op grotere schaal circulair biobased willen bouwen. Maar klopt dit wel? Uit een onderzoek in vier Europese landen blijkt dit mee te vallen. Aan de andere kant is het ook niet zo dat wet- en regelgeving circulair biobased bouwen actief stimuleert.

“Zeeland is zeer actief op het gebied van circulair biobased bouwen”, vertelt Richard van Bremen, senior beleidsmedewerker provincie Zeeland. “Een mooi voorbeeld van circulair biobased bouwen in onze provincie is de Living Lab van Emergis van de ambulante zorg in Kloetinge. Willen we deze manier van bouwen opschalen, dan moeten alle wettelijke en juridische obstakels, of vermeende obstakels, uit de weg zijn geruimd. Daarvoor is inzicht in de totale keten van biobased bouwen nodig.”

Om erachter te komen wat de invloed is van wet- en regelgeving op biobased circulair bouwen is in Nederland, België, Frankrijk en Engeland onderzoek uitgevoerd onder auspiciën van het Interreg 4Seas programma van de Europese Unie. Richard van Bremen en Fred van der Burgh (onderzoeker Agrodome) waren vanuit Nederland betrokken. Het onderzoek werd geleid door onderzoeksbureau Agrodome. “Het CBCI-team heeft deskresearch gedaan en twintig koplopers geïnterviewd uit de vier landen”, vertelt projectleider Van der Burgh. “Hebben ze last van wet- en regelgeving in hun projecten? Dat bleek niet het geval. Ik was verbaasd, want ik had het anders verwacht.”

Er is juridische voldoende ruimte om te bouwen en renoveren met hout en producten van bijvoorbeeld vlas, hennep en bamboe, blijkt uit het onderzoek. Niettemin komen er bij het opschalen van biobased bouwen wel allerlei regels, afspraken en andere formaliteiten kijken. Fred van der Burgh: “Opschaling blijkt een complex probleem te zijn, waarbij je letterlijk naar de mogelijkheden en beperkingen op alle schaalniveau’s moet kijken: van Europa tot product. Op een hoger schaalniveau is circulair biobased bouwen vaak niet benoemd. Op lagere niveaus kijken regelgevers naar de bouwmaterialen an sich of deze technisch voldoen. Er bestaan echter geen voorschriften welke je materialen je móet gebruiken. De wet- en regelgeving biedt dus ruimte. Maar die ruimte kan ook tot onzekerheid leiden, zo hoorden we in de interviews.”

Europese context

Biobased materialenstromen houden zich niet aan landsgrenzen, of het nu ruwe grondstoffen zijn, halffabricaten of complete producten. Sterker nog: landen zullen elkaars landbouwareaal nodig hebben voor de productie van biobased materialen en Nederland importeert veel. Een logische gedachte dus om in het onderzoek te bestuderen wat de verschillen tussen de vier landen zijn.

Aan het licht kwam onder andere een verschil in bestuursstijl. Frankrijk dwingt circulair beleid meer top down af dan de andere landen, Nederland laat het graag over aan de markt. Kijk je een paar schaalniveaus lager, dan komen verschillen in certificering aan het licht. Dit kan tot concrete problemen leiden. Zo zijn Franse certificaten vaak niet geldig in Nederland, vertelt Van der Burgh, omdat Life Cycle Analyse’s in Frankrijk anders worden berekend dan bij ons. “De verschillen in certificering kunnen ook komen door verschillen in bouwstijl. In Duitsland bouwen ze bijvoorbeeld dikker, met meer materiaal, dan in Nederland. Daardoor zijn in Duitsland de brandtesten voor houtvezelisolatie anders.” Om biobased circulair bouwen op te schalen is het nodig regels in Europees verband af te stemmen, zeggen de onderzoekers. En daar gaat tijd over heen. “Regels harmoniseren in de EU kost 12 tot 15 jaar”, aldus Van der Burgh.

Stimuleren

Wet- regelgeving kan niet alleen ingezet worden om te normeren, maar kan ook ingezet worden om te stimuleren. Of een combinatie daarvan. Daar is ook nog een wereld te winnen menen de onderzoekers. Van Bremen: “We doen veel aan circulair bouwen in pilotprojecten. Dat is op zich heel mooi, maar om op te schalen moet er meer gebeuren en liefst op landelijk niveau. Als je de MPG-norm omlaag krijgt, dus strenger wordt als het gaat om de milieubelasting, dan schiet het tenminste op. En bij bestemmingsplannen kunnen gemeenten bijvoorbeeld circulaire voorwaarden koppelen aan de grondbestemming.”

Een greep uit de bevindingen

  • Wet- en regelgeving staan circulair biobased bouwen niet in de weg. Voorlopers binnen de sector opereren binnen de (wettelijke) marges.
  • Er zijn tussen de vier landen uit het tweezeeëngebied geen verschillen in de erkenning van de problematiek geconstateerd. De oplossing per land is verschillend en hangt af van de bestuurscultuur. Oplossingen variëren tussen centrale(re) politieke aansturing versus een grotere rol voor de marktpartijen.
  • Stimulering en certificering van biobased producten biedt grote uitdagingen. Er zijn parallellen met de introductie van innovatieve producten. Biobased loopt bij de introductie tegen dezelfde problemen aan als elk ander minder bekend of nieuw product.
  • Sturing vanuit de overheid wordt steeds meer opgehangen aan de LCA databases, met name in Frankrijk en Nederland.
  • Wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en tracking & tracing van materiaalstromen worden belangrijker om de relatie tussen productie van grondstof en gebruik van deze grondstoffen beter in balans te krijgen.
  • Opheffen verschillen in wet- en regelgeving tussen de landen is cruciaal voor het creëren van soepel lopende aanbod en inkoop stromen.

Bron: circulairebouweconomie.nl

Ga terug